Op het nieuws horen we vaak over personen die ‘ontoerekingsvatbaar’ zijn. Kort gezegd zijn dat mensen met een psychologische aandoening waardoor ze geen controle hebben over hun acties. Zij krijgen geen gevangenisstraf na een misdrijf, maar worden ‘geïnterneerd’. Daardoor krijgt de persoon aangepaste begeleiding en wordt de maatschappij toch beschermt. Maar daders die ‘gedeeltelijk toerekeningsvatbaar’ zijn maken geen deel uit van deze groep. Hun psychologische aandoening is minder ernstig waardoor ze zich wel bewust zijn van hun acties. Zij belanden in de gewone gevangenissen zonder extra begeleiding. Begeleiding waar ze juist wel nood aan hebben.
Hulp als deel van de straf
En daar willen we iets aan doen! Samen met Katja Gabriëls diende ik op 7 januari een wetsvoorstel in. Wij willen een gevangenisstraf samen met een verplichte behandeling voor gedeeltelijk toerekeningsvatbare daders. De combinatie lijkt ons heel logisch. Als een dader gedeeltelijk toerekeningsvatbaar is hij ook gedeeltelijk verantwoordelijk en kan er gestraft worden. Maar tegelijkertijd mogen we niet vergeten dat de dader een probleem heeft en hulp moet krijgen. Met ons wetsvoorstel lossen we twee problemen in onze gevangenissen op. Ten eerste focussen we ons op personen die niet volledig toerekeningsvatbaar zijn, maar toch een gevaar vormen voor onze maatschappij. Voor hen willen we dat ze naast een gevangenisstraf ook verplicht behandeld kunnen worden. Daarnaast vragen we dat daders met een psychologische aandoening ook terecht kunnen in de psychiatrische afdeling van een gevangenis wanneer er geen plaats meer is in de instellingen.
Waarom is dat nu zo belangrijk?
Vandaag kan een rechter wel een behandeling opleggen, maar de dader kan dat weigeren. Met ons voorstel willen we dat de behandeling dus verplicht wordt. Op die manier zijn we er zeker van dat de dader de hulp krijgt die nodig is. Sommige daders missen de motivatie om aan zichzelf te werken en hulp te zoeken. Maar uit onderzoek blijkt dat motivatie ook later kan komen, wanneer de behandeling al bezig is. De therapieën bestaan al. We moeten er gewoon voor zorgen dat ze ook tot bij de ‘gebrekkig toerekeningsvatbare’ daders geraken. Investeren dus! In personeel, middelen en plaatsen. Zodat we het bestaande aanbod kunnen uitbreiden en ook gedeeltelijk toerekeningsvatbare daders kunnen behandelen.
Omdat we niet kunnen weten wanneer iemand exact genezen is, is het moeilijk om een bepaalde duur in te stellen. Daarom willen we dat een expert de dader onderzoekt en evalueert tijdens de behandeling. Pas als die ziet dat de dader erop vooruitgaat en geen gevaar meer vormt voor de maatschappij, wordt de behandeling stopgezet. De gevangenisstraf voor daders met een verplichte behandeling zal minder hoog zijn. De rechter kan dan nog maar de helft van de gevangenisstraf opleggen voor daders die gebrekkig toerekeningsvatbaar zijn, met een maximumstraf van 10 jaar.
Win- win
Een gevangenisstraf zorgt er niet voor dat psychische aandoeningen zomaar verdwijnen. Met ons wetsvoorstel willen we dat daders niet alleen gestraft, maar ook behandeld worden. Zo verkleinen we de kans dat ze na hun straf hervallen. Als we op die manier de samenleving veiliger kunnen maken, dan moeten we dat doen!
Goedele
De officiële tekst van het wetsvoorstel vind je HIER!